-
1 in aanmerking genomen
in aanmerking genomen -
2 in aanmerking genomen
-
3 in aanmerking genomen
göre -
4 alles in aanmerking genomen
alles in aanmerking genomenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles in aanmerking genomen
-
5 in aanmerking genomen (dat)
in aanmerking genomen (dat)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in aanmerking genomen (dat)
-
6 aanmerking
♦voorbeelden:1 aanmerkingen maken/hebben (op) • find fault (with), criticizein aanmerking komen voor een betrekking • be eligible for a positionalles in aanmerking genomen • all things consideredin aanmerking genomen (dat) • considering (that) -
7 aanmerking
♦voorbeelden:1 aanmerkingen maken op iets, iemand • critiquer qc., qn.in aanmerking nemen • prendre en considérationin aanmerking genomen • compte tenu de -
8 Berücksichtigung
Berücksichtigung〈v.; Berücksichtigung, Berücksichtigungen〉1 inachtneming, het rekening houden met ⇒ over-, afweging♦voorbeelden:1 Berücksichtigung finden • in aanmerking genomen worden, in aanmerking komenunter Berücksichtigung der Umstände • de omstandigheden in aanmerking genomen -
9 whereas
-
10 Anbetracht
-
11 égard
égard [eegaar]〈m.〉1 consideratie ⇒ aanmerking, (het) overwegen2 respect ⇒ achting, eerbied♦voorbeelden:à l'égard de • ten opzichte van, jegensà cet égard • in dit opzicht1. m1) aandacht2) opzicht2. égardsm pl -
12 Berücksichtigung finden
in aanmerking genomen worden, in aanmerking komen -
13 all things considered
alle omstandigheden in rekening genomenalles welbeschouwd/in aanmerking genomen -
14 ввиду того
part.gener. in aanmerking genomen -
15 принимая во внимание
adv1) gener. zeker gezien, uit hoofde van, aangezien, gezien, in aanmerking genomen, in verband met2) diplom. juncto3) offic. (что-л.) gelet opRussisch-Nederlands Universal Dictionary > принимая во внимание
-
16 что
ngener. dat, wat, hetgeen, hetwelk, in aanmerking genomen, niettegenstaande, ofschoon -
17 allowance
n. toelage; zakgeld; korting[ əlauəns]1 toelage ⇒ uitkering, subsidie2 deel ⇒ portie, rantsoen♦voorbeelden:make (an) allowance for, make allowance(s) for • rekening houden met -
18 balance
n. balans; evenwicht; standvastigheid; weegschaal; saldo--------v. in evenwicht brengen, opwegen tegen; sluitend maken; sluitend zijnbalance1[ bæləns]♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 his fate is/hangs in the balance • zijn lot is onbeslist/onzekerbalance of trade • handelsbalansadverse balance • passieve balansstrike a balance • 〈 figuurlijk〉een compromis/het juiste evenwicht vindenbalance of profit • overwinstbalance of an account • saldo van een rekeningavailable balance • beschikbaar saldobudgetary balance • begrotingssaldobalance due • debetsaldoexternal balance • uitvoersaldopay the balance • het saldo vereffenen¶ on balance • rekening houdend met alle gegevens, alles in aanmerking genomen♦voorbeelden:balance of power • machtsevenwichtupset the balance • het evenwicht verbrekenredress the balance • het evenwicht herstellenhe put me off balance • hij bracht me uit mijn evenwicht; 〈 figuurlijk〉 hij bracht mij van mijn stuk————————balance21 schommelen ⇒ balanceren, slingeren3 in evenwicht staan/blijven ⇒ balanceren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 in evenwicht brengen/houden ⇒ balanceren♦voorbeelden:3 balance the books • de boeken/het boekjaar afsluiten -
19 considered
-
20 due allowances being made
- 1
- 2